De kracht van welzijn en cultuur in DURF2030
Katrien Voet (DURF2030), Marnix Theys (Zuidwest) en Kim Van Belleghem (W13) zetten al jaren in op de match tussen cultuur en welzijn. En dat in de ruime regio in en rond Kortrijk. Hoe geven zij die samenwerking handen en voeten?
Tekst / Inge Van de Walle
“Er zit hier in de regio iets in het water, waardoor er meer durf is”
Katrien Voet geeft als gangmaker van DURF2030 de samenwerking tussen cultuur en welzijn een flinke boost. Het platform zet in Kortrijk kunst of creativiteit in de hoofdrol, als tool om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Liefst met zoveel mogelijk mensen en organisaties, verbinders en veranderaars met een creatieve mindset. 2030 moet het hoogtepunt worden, want in dat jaar wil Kortrijk Culturele Hoofdstad van Europa zijn.
Durf is wat hen bindt
Binnen het platform DURF2030 bundelen diverse organisaties en individuen uit verschillende sectoren de krachten. Bijzonder is ook dat DURF2030 middelen van diverse partners bij elkaar brengt voor de verschillende projectoproepen uit de voorbije jaren. Van bij de start wilde Katrien regionaal werken. Logisch dus om ook sterk samen te werken met regionale partners, rond welzijn ofwel cultuur, met W13 en Zuidwest.
Marnix: “DURF2030 gaat over cultuur en creativiteit, dan vind je elkaar sowieso. Tegelijk is DURF2030 een traject voor durvers. Wij kunnen ons zeer goed in die werkwijze vinden: op een creatieve wijze oplossingen zoeken rond maatschappelijke thema’s.”
Ook Kim is getriggerd door de creatieve aanpak binnen DURF2030 en het enthousiasme van Katrien.
Kim: “W13 pakt maatschappelijke problemen creatief aan, maar bij de inbreng van kunstenaars en social design kunnen we ons nog niet veel voorstellen. Het is nog altijd zoeken naar wat onze inbreng kan zijn. En, het is fijn dat die ruimte om te zoeken er is in de samenwerking.”
Vruchtbare bodem
Kim: “Er zit hier in de regio iets in het water, waardoor er meer durf is. Ook de welzijnssector durft het anders aanpakken. Wij zijn heel vaak de regio die het verst gaat in het buiten de hokjes werken. Zo hebben we met alle jeugdhulpspelers een project uitgewerkt met alle middelen in één pot en de medewerkers in één team. Ook op het vlak van cultuur zijn we uniek. Er groeien in deze regio veel culturele initiatieven van onderuit. Het is dan de uitdaging vanuit het beleid om dat niet volledig over te nemen. Er moet ruimte blijven om outside the box te werken.”
Marnix: ”Het is plezant om te merken dat er bottom up buiten Kortrijk ook één en ander beweegt. Zoals vijf amateurgroepen die elkaar vinden in de streek rond Zwevegem en Deerlijk. Ze spelen samen een stuk uit 1920 van Karel Čapek. Ze werken samen op de site van Transfo, een oude elektriciteitscentrale in Zwevegem en een ideale omgeving om dit te doen. Er is op die plek ook een Transfo Labo, een collectief van artiesten die daar voorstellingen creëren en kleine festivals organiseren voor de buurt.”
Katrien: “Er leeft inderdaad heel veel in de regio. Die creatieve initiatieven, vaak met een overlap naar welzijn, kan je niet zomaar in een hokje steken. Je moet die initiatieven soms ook eens met rust durven laten. Ze hebben het soms ook wel wat gehad met subsidies en instituten. Een aantal initiatieven komen op een punt dat ze wel één of andere ondersteuning nodig hebben. Het is dus wel belangrijk om wat er groeit, ook te zien en erkennen. Dat doen we ook met DURF2030, met inhoudelijke coaching zetten we goede ideeën om in een concrete actie of project.”
Kunstenaars met open blik
Kim: “We kunnen vanuit welzijn zeker leren van de creatieve aanpak in DURF2030. Binnen welzijn gaan we heel oplossingsgericht om met uitdagingen. Bij cultuur is het proces belangrijker dan het resultaat. Het is fijn dat we die andere inkijk krijgen. Zo organiseert Bolwerk een summerschool waarbij kunstenaars, ondernemers, designers aan de slag gaan met verschillende uitdagingen. Ze willen dit jaar onder andere werken rond dak- en thuisloosheid. Ik zie hier wel mogelijkheid om als kunstenaar in te gaan tegen het ‘voor wat, hoort wat’-verhaal die de discussie over dak- en thuisloosheid bemoeilijkt.”
Katrien: “Er zijn veel kunstenaars met een open blik voor wat in welzijn leeft. Rasa Alksnyte, Justine Maxelon & Ann Weckx zijn drie kunstenaars met een sterke focus op zorg en sociaal engagement. Als reactie op de coronacrisis en de gevolgen voor zowel zorg als kunst, zijn ze in juni 2021 als vrijwilligers gaan werken, in het woonzorgcentrum Sint-Monika in Brussel. Ze doen veldonderzoek naar hoe de kunst- en de zorgsector inclusiever en duurzamer kan werken. Tijdens hun residentie in BUDA in Kortrijk begin 2022 zijn ze die wisselwerking tussen de kunst- en de zorgsector verder gaan onderzoeken. ”
Kim: “Ik geloof heel hard in het delen van methodieken uit beide sectoren. Binnen welzijn werken we bijvoorbeeld met het Plan Connectie: één gezin, één plan. Daar kan je als kunstenaar ook mee aan de slag.”
Katrien: “Voorwaarde is wel dat je vanuit de zorg aanvaardt dat een kunstenaar creatief aan de slag gaat met je methodiek. Drie jaar geleden ging Peter Aerts, bij een project in de schouwburg, artistiek aan de slag met familieopstellingen, een methodiek uit de zorg. Daar kwam dan wel reactie vanuit de zorg: ze doen dat niet goed, ze volgen de regels niet. Omgekeerd moeten ook kunstenaars en creatievelingen die samenwerken met welzijn kunnen aanvaarden dat het artistieke anders wordt ingevuld.”
Verschillende snelheden in samenwerken
Kim: “Vanuit W13 brengen we binnen DURF2030 het perspectief op kwetsbare doelgroepen binnen. Als het over de toekomst van werkgeluk gaat bijvoorbeeld, het huidige thema van DURF2030. We denken heel snel vanuit onze eigen positie: je hebt gestudeerd, een fijn netwerk, een toffe job… We werken binnen welzijn met mensen voor wie werk een andere betekenis heeft.”
Marnix: “Ik probeer vanuit Zuidwest de gemeenten mee te krijgen in het verhaal van DURF2030. Dat draagvlak hebben we wel nodig. Samen met Katrien deden we een toer langs alle gemeenten, heel plezant om te doen. Bij de ene gemeente duurt het al langer dan bij de andere om ze over de streep te trekken.”
Tegelijkertijd zijn er ook wel pijnpunten in de samenwerking tussen cultuur en welzijn.
Kim: “Ik heb ongelooflijk veel goesting om met het project Durf binnen W13 aan de slag te gaan, maar ik bots op de grenzen van mijn organisatie. Ik heb mensen en middelen die aan de slag moeten met de situatie van kwetsbare mensen. Er is niet veel meer marge om iets anders te doen. Iets waar we uitkomst niet van weten.”
Katrien: “We merken ook dat veel welzijnsorganisaties de basisdienstverlening al bijna niet kunnen garanderen. Dan ligt het sowieso moeilijk om middelen en mentale ruimte vrij te maken voor een cultureel project.”
Marnix: “Het is ook niet zo eenvoudig om de gemeenten te overtuigen. Ik heb de indruk dat de gemeenten op dit moment wat meer op zichzelf terugplooien en dan lijkt het bovenlokale niveau toch wel iets verderaf. Ik droom van een regio zonder grenzen. Ik heb het dan vooral over binnengrenzen. Cultuur en cultuurbeleving laat zich toch niet in die grenzen vangen.”
Regio zonder drempels
Kim: “We werken samen met Zuidwest rond de uitrol en de criteria voor de UiTPAS. Vrijetijdsparticipatie is misschien een platgetreden pad, maar ik zie hier nog altijd veel uitdagingen. Er is voor veel mensen nog altijd een mentale drempel om deel te nemen aan cultuur. De durf ontbreekt vaak om buiten te gaan, om ergens op een terras te gaan zitten, in een theaterzaal, naar een museum te gaan.”
Katrien: “Met 100 jaar schouwburg hebben we met LEEFWERK samengewerkt. Samen met alle inwoners van Kortrijk bouwden ze aan een stad op de planken op het Schouwburgplein. Vanuit de filosofie: plooi de binnenkant eens open, doe je werk eens buiten. Maar dat botst met de manier van werken in veel instituten. De gasten die daar rondliepen, dat zijn gasten die nooit in een schouwburg komen, zelfs niet in een ontmoetingscentrum.”
Kim: “Op dat vlak kan de cultuursector nog veel leren van welzijn. De welzijnssector heeft lang aanbodgericht gewerkt. Die switch naar het echte vraaggestuurd werken moet nog sterker gebeuren in de cultuursector.”
Katrien: “We kunnen nog veel sterker inzetten op de match tussen cultuur en welzijn om meer mensen te bereiken. De mensen van De Waak (maatwerkbedrijf en partner binnen DURF2030) vallen buiten het gewone arbeidscircuit. Ze komen graag naar De Waak, omdat er voor hen niet veel anders is. Ze zouden ook op zaterdag komen, voor een vrijetijdsaanbod. Tegelijkertijd zijn er zoveel huizen die zeggen: we bereiken die doelgroep niet. Dus moet je andere systemen bedenken, om die groep net wel te bereiken.”
Bij cultuur is het proces belangrijker dan het resultaat.
Het is fijn dat we die andere inkijk krijgen.
Mentaal welzijn als uitdaging
Marnix: “Een gedeelde maatschappelijke uitdaging voor cultuur en welzijn is toch wel mentaal welzijn. We scoren op dat vlak slecht in de regio, dat zit wat in ons DNA. We zijn binnenfretters, we moeten doordoen en niet zagen.”
Niet vreemd dus dat mentaal welzijn ook een highlight is binnen DURF2030. DURF2030 zette sterk in op het thema ‘mentaal welzijn’ met de projectoproep DARE TO CARE in 2021.
Katrien: “We zien ook dat veel jongeren met dit thema creatief aan de slag gaan, het is een herkenbaar thema voor hen. De goedgekeurde projecten zijn dit jaar aan de slag gaan. Zo is er ondermeer vzw Atelier113, een organisatie in Harelbeke voor psychologische begeleiding bij jongeren tussen 13 en 23 jaar. Zij gaan samen met De Figuranten babbelbars opzetten voor jongeren, rond genderexpressie, labels, geaardheid… We merken toch heel sterk dat cultuur en creativiteit mensen in hun kracht kan zetten. Ik ben op dat vlak ook fan van Wit.h vzw. Ze zetten in op langdurige projecten met kunstenaars met een beperking, geen one shots. Ook de jongerenwerking die Antigone aan het opzetten is, vertrekt vanuit de kracht van kwetsbare jongeren. ”
“”