Druivenstreek — “Aan alles wat we doen, hangt een doel vast”
Tekst / Veerle Weeck / februari 2024
Vrijetijdsregio Druivenstreek bouwt sinds 2020 verder op de bestaande bovenlokale samenwerking tussen vijf gemeenten en drie gemeenschapscentra van vzw ‘de Rand’. Samen bundelen ze de krachten in de vrijetijdsdomeinen jeugd, sport en cultuur.
Coördinator Hilde Weygaerts heeft de regie in handen.
Hilde: “Mijn job is vooral vergaderen, maar ik doe dat toevallig heel graag”, lacht ze. “Elke werkgroep vertrekt vanuit een ander thema en heeft een andere dynamiek. Daar hou ik van.”
Situering als regionale vrijetijdsspeler
De druivenstreek (wat refereert aan de druiventeelt in het gebied, red.) maakt deel uit van de referentieregio Oost-Brabant. De gemeenten Bertem, Hoeilaart, Huldenberg, Overijse, Tervuren, en de gemeenschapscentra de Lijsterbes (Kraainem), de Kam (Wezembeek-Oppem) en de Bosuil (Jezus-Eik) komen er samen naar buiten als Vrijetijdsregio Druivenstreek.
Uniek is dat het IGS niet alleen met vijf lokale besturen officieel samenwerkt. Ook gemeenschapscentra van vzw ‘de Rand’ maken er deel van uit.
“Bij de oprichting van onze vrijetijdsregio werd bij de lokale besturen van faciliteitengemeenten Kraainem en Wezembeek-Oppem gepolst naar hun interesse om toe te treden. Toen dat antwoord negatief bleek, is er een officiële samenwerkingsovereenkomst afgesloten met vzw ‘de Rand’. Dat is niet zo vreemd, aangezien we ook voor die tijd met de gemeenschapscentra uit die gemeenten samenwerkten”, vertelt Hilde.
Samenwerken met sport en andere sectoren
Sport is naast cultuur en jeugd een evenwaardige pijler in deze IGS. Hilde:
“Al onze gemeenten hebben een dienst vrije tijd, waar ook het sportluik deel van uitmaakt. Als zij lokaal al samenzitten en bruggen bouwen, waarom zouden we hen op regionaal niveau dan weer opsplitsen? Want ook de Vlaamse overheid vraagt om beleidsoverschrijdend samen te werken.”
Dankzij deze constructie kan Hilde ook makkelijk linken leggen.
Hilde: “Aangezien ik elke werkgroep bijwoon, weet ik waar iedereen mee bezig is. Zo is de werkgroep sport samen met Sport Vlaanderen bezig met een masterplan sportinfrastructuur. Die expertise kan ik bijvoorbeeld aanwenden als we een soortgelijk plan voor cultuurinfrastructuur willen ontwikkelen.
“Wat we in de ene werkgroep leren, kan ik naar de andere transporteren. Al zou het nog logischer zijn als we dergelijke initiatieven meteen samen zouden kunnen aanpakken. Het is niet altijd handig dat op Vlaams niveau alles in aparte departementen zit, met telkens weer andere budgetten.”
Vrijetijdsregio Druivenstreek legt regelmatig linken tussen de vrijetijdssectoren onderling. Bij onder meer de organisatie van De Gordel en de UiTPAS kruisen alle wegen elkaar.
Hilde: “Maar we zouden nog verder kunnen gaan in ons transversaal werken. Dankzij de UiTPAS werken we samen met de sociale huizen aan de toeleiding van kansengroepen. Maar als we ervoor willen zorgen dat onze burgers nog meer participeren over de gemeentegrenzen heen, dan moeten we ook ruimer denken. Dan zouden we over de mobiliteit in onze regio moeten praten, en is er nood aan meer veilige fietspaden, een uitgebreider openbaar vervoersnetwerk … Maar daarrond zijn nog geen gesprekken opgestart.”
Netwerken met collega’s
Hilde coördineert de bovenlokale vrijetijdswerking op haar eentje.
Hilde: “Ik ben de enige IGS-werknemer, maar ik heb de meeste collega’s. Ik voel me dus niet alleen, want ik heb ervoor gezorgd dat ik voldoende kan afstemmen. Om de twee weken zit ik samen met twee afdelingshoofden vrije tijd tijdens een klankbordmoment. En heb ik ergens een vergadering, dan werk ik ook de rest van de dag vanuit die gemeente. Zo vang ik veel informatie op en voelen collega’s tegelijkertijd dat ik begaan ben met hun werking.”
“Als je lokale medewerkers kan meenemen in het regioverhaal, heb je meteen een heel groot draagvlak”, meent Hilde.
“Zij staan in direct contact met de politiek en met hun burgers. Als zij kunnen uitleggen waarom je er bent als regio is dat al heel wat. Het is dan ook belangrijk dat lokale medewerkers de meerwaarde voelen. Ze moeten zien dat wat ze doen zin heeft. Want op alles wat je doet, krijg je sowieso kritiek. Maar als je ergens eensgezind achterstaat, kom je een pak verder. Als dat niet zo is, loopt het fout.”
Om aan die bovenlokale teamgeest te werken, organiseert de Vrijetijdsregio jaarlijks een netwerkmoment voor alle medewerkers van de vrijetijdsdiensten, cultuurhuizen en bibliotheken samen. Daarnaast proberen ze een jaarlijks expertise-evenement voor elke deelwerking te organiseren.
Hilde: “Als ik hoor dat collega’s mede dankzij dergelijke initiatieven makkelijker de telefoon nemen om info op te vragen of dat theatertechniekers vanuit een automatische reflex collega-techniekers uit de regio voor een demo uitnodigen, ben ik echt blij.”
Omdat Hilde vroeger zowel in CC De Warandepoort (Tervuren), de gemeente Hoeilaart als GC de Lijsterbes (Kraainem) aan het werk was, kent ze de regio door en door.
Hilde: “Ik ben een kind van de regio en geloof heel hard in de regiowerking. Noch budgettair, noch personeelsmatig kan een gemeente het in de toekomst nog alleen aan. Er komt zo veel af op de lokale besturen, waardoor ze de krachten wel moeten bundelen. Zo kan je veel efficiënter en budgetvriendelijker werken.”
Trots op ons UiT-verhaal
Hilde is trots op het traject dat ze met de UiTPAS doorlopen binnen de regio. Naast de lancering van de UiTPAS in 2021 kwam dit jaar de website uitindedruivenstreek.be online en zat er een eerste UiT-magazine in elke brievenbus.
Hilde: “Onze visie en missie is: een kwalitatief vrijetijdsaanbod voor de burgers uit de druivenstreek uitbouwen. Via het UiT-magazine krijg je een overzicht van alle UiTPAS-activiteiten op papier. Online vind je een overzicht van alle vrijetijdsactiviteiten. Door zowel op papier als digitaal te communiceren, willen we zo veel mogelijk mensen bereiken.”
Waar momenteel enkel gemeentelijke initiatieven UiTPAS-activiteiten zijn, gaat de Vrijetijdsregio nu ook de verenigingen betrekken.
Hilde: “In februari was er een eerste infosessie. De activiteiten van wie UiTPAS-partner wordt, krijgen een plekje in het magazine en op de website. Omdat we via verschillende kanalen communiceren, kunnen ze hun activiteiten veel meer onder de aandacht brengen.”
Hilde meent dat er nog veel groeimarge zit in het bereiken van bepaalde doelgroepen.
Hilde: “Onze UiTPAS wordt momenteel vooral verkocht aan ouderen. We bereiken weinig jongvolwassenen en 30-plussers. En voor het UiTPAS-kansentarief zouden we nauwer willen samenwerken met verenigingen die op het terrein actief zijn, zoals bijvoorbeeld voedselhulp. Maar we nemen slechts één horde per keer. Eerst zijn de verenigingen aan de beurt. Daarna kijken we weer verder. Het heeft geen zin om op alles tegelijk in te zetten.”
Uniek in prijzenaanpak voorstellingen
Uniek is de manier waarop de Vrijetijdsregio de UiTPAS aan het programma van de cultuurhuizen verbindt. Zo beslisten de CC’s en GC’s om – in de nasleep van corona – te stoppen met de klassieke abonnementsformules.
Hilde: “In onze cultuurbrochure 2023-2024 kwamen we naar buiten met het UiTPAS-tarief voor voorstellingen. We passen hierbij niet alleen het kansentarief toe. Ook gewone UiTPAS-houders krijgen standaard 10% korting op de basisprijs. Toen de brochure uitkwam, zagen we – net als bij de lancering van het UiT-magazine – een enorme piek in de verkoop van UiTPASsen. We hopen dat die stijging zich blijft doorzetten als ook de verenigingen toetreden. Door de voordelen zichtbaar te maken, willen we de UiTPAS in steeds meer huiskamers binnenbrengen.”
Hilde ziet ook voor de cultuurwerkers voordelen in de gezamenlijke aanpak van de cultuurbrochure.
Hilde: “Wie lokaal een brochure opmaakt, moet al het werk alleen doen. Hier worden de taken verdeeld, naargelang ieders mogelijkheden. Omdat je met alle cultuurhuizen samenwerkt, bereik je bovendien een veel groter (potentieel) publiek. Dat is een grote meerwaarde voor een lokale werking. Want hoe ruimer je communiceert, hoe meer kans op een volle(re) zaal.”
Qua afstemming van het cultureel aanbod vertrekt de regio vanuit een centrale programmatiekalender, waarop elk cultuurhuis haar voorstellingen kan invullen.
“Daarbij geldt de afspraak dat we soortgelijke producties spreiden in de tijd. Namen of voorstellingen dubbel programmeren doen we alleen als er geen financiële risico’s aan verbonden zijn”, verduidelijkt Hilde.
“Mijn ultieme droom is om met één groot regioaanbod en één budgettaire pot te werken, maar dat is vandaag niet aan de orde.”
Focus op eigenheid of op de regio?
Hoe positioneer je jezelf als lokaal bestuur binnen een regionaal verhaal? Dat is een vraag die leeft binnen de regio. In tegenstelling tot alle andere IGS’en heeft Vrijetijdsregio Druivenstreek geen eigen website of Facebookpagina.
Wie wil weten wat de IGS exact doet, vindt de info nergens gebundeld terug. Op uitindedruivenstreek.be ligt de nadruk op de activiteiten en niet op wie achter dit platform zit. Het bovenlokaal erkenningsreglement van bovenlokale sportclubs vind je enkel terug op de gemeentelijke websites. Iedereen publiceert dezelfde tekst, maar via het eigen kanaal. En bij de regiobib behoudt elke bib zijn eigen naam.
“An sich is dat oké. Het draait ook niet om ons. Het belangrijkste is dat de activiteiten en initiatieven er zijn. Maar door enkel achter de schermen te werken, is het niet makkelijk om onze bestaansreden altijd duidelijk te maken of om mensen te overtuigen dat we nodig zijn. Daar worstel ik soms wel mee”, vertelt Hilde.
Meerwaarde voor de burgers centraal
Bij alles wat de Vrijetijdsregio doet, focust de IGS op de meerwaarde voor de burger.
Hilde: “Worden de burgers hier beter van? Dat is de eerste vraag die ik me stel bij een nieuw initiatief. Want het is uiteindelijk toch voor hen dat we dit allemaal doen.”
“We bundelen de krachten opdat we een ruimer aanbod kunnen voorzien, de connectie tussen mensen kunnen versterken en hen beter kunnen bedienen. Ik denk bijvoorbeeld aan onze regiobib, waarbij we nu één reglement en één lidmaatschap voor de vijf bibliotheken hanteren. Wie één keer betaalt, heeft meteen toegang tot de collectie van alle bibliotheken. Of neem nu het gezamenlijk ticketingsysteem, waardoor iedereen in één bestelling tickets voor de zes cultuurhuizen kan bestellen. Twee voorbeelden waardoor we de dienstverlening voor de burger hebben verbeterd.”
Eenmaal per jaar organiseert Vrijetijdsregio Druivenstreek ook een vrijwilligersdag. Dit jaar ligt de focus op jongeren.
Hilde: “Via infosessies en workshops willen we hen vooral inspireren. Met wat die dag leeft, gaan we vervolgens regionaal aan de slag. Waarin willen jongeren meer ondersteund worden? Waar hebben ze nood aan? Daar pikken we met de werkgroep achteraf graag op in.”
“Aan alles wat we doen, hangt een doel vast. Burgers, lokale besturen, verenigingen en organisaties vooruithelpen. Daar gaan we samen voor”, besluit Hilde.