ruimte

Verse cultuurplekken / leefbare dorpen en kleinstedelijke omgevingen: tips voor de cultuursector

Tekst / Inge Van De Walle

Hoe ga je in gesprek over dorpse architectuur? En waarom is een nieuwe kijk op wonen en leven in dorpen zo belangrijk? Hoe kan de cultuursector wegen op de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van dorpen en kleine stedelijke omgevingen?

Het stokpaardje van Edith Wouters en AR-TUR, platform voor architectuur en ruimte, de culturele organisatie waar ze voor werkt. AR-TUR werkt in cocreatie samen met alle spelers op het veld. Zo proberen ze de mindset van ontwerpers, bestuurders, professionals, projectontwikkelaars en alle betrokkenen te beïnvloeden. Het gesprek met Edith levert ons meteen een pak ervaring en tips voor de cultuursector op.


Kempenatlas

Edith: “Met de Kempenatlas brachten we zo’n 7 jaar geleden de Antwerpse Kempen grondig in kaart. Er zijn twaalf thematische kaarten die een inzicht geven in de ruimtelijke ontwikkeling en de toekomstmogelijkheden van de regio, aangevuld met essays en een beeldreportage. Dit is niet zomaar een product, maar echt een project voor de regio. Met de kennis die we hebben vergaard willen we aan de slag gaan met stakeholders uit de regio. Dat zijn voor ons voornamelijk professionals, maar ook ervaringsdeskundige bewoners.

We willen op zoek gaan naar nieuwe inzichten rond ruimtelijke kwaliteit in dorpen. Hoe kunnen we dorpsmakers meer verbinding laten maken met een plek? En zo zijn we gestart met de vrije experimenteerruimte van het Kempenlab.

In het Kempenlab Wijkrenovatie namen we twee sociale woonwijken in de Kempen onder de loep: de Parkwijk in Turnhout en Egelsvennen in Mol. Met huisvestingsmaatschappijen, beleidsmakers, ontwerpers, deskundigen, bewoners en andere betrokkenen gingen we in gesprek over scenario’s voor de toekomst. Dat resulteerde in het collectieve werkmodel van de Wijkmotor. We bouwen op die manier aan communities van dorpsmakers door hen via het Kempenlab te verbinden en kennisuitwisseling te stimuleren.”

© Kelly Donckers


Toolbox

Edith: “Een ander instrument dat we uitwerken is de Toolbox Dorpse Architectuur. Dat is een boek met een heleboel projectverhalen, dorpse figuren en tactieken over hoe wonen in een dorp beter kan. Door de bouwshift ligt de nadruk vandaag op kernversterking, wat al te vaak tot kernverdichting wordt beperkt.”

“In veel dorpen in Vlaanderen komen er generieke appartementsgebouwen, terwijl die eigenlijk niet bijdragen aan de leefbaarheid of klimaatbestendigheid in dorpen. Vandaar het idee om inspirerende voorbeelden te verzamelen. De toolbox is een soort handboek dat zowel ontwerpers, een schepencollege, omgevingsambtenaren, grondeigenaars en projectontwikkelaars op andere ideeën brengt, maar ook toegankelijk is voor burgers.”

We heb­ben de toolbox eind 2021 voorgesteld en meteen ook een bijhorende reizende expo aangeboden aan lokale besturen. De expo is opgevat als een nomadische leerruimte die een werk- en gespreksruimte vormt over dorpse architectuur. Als aanvulling op het boek en de expo Toolbox Dorpse Architectuur bracht AR-TUR ook de Dialoogtool Dorpse Architectuur uit. Zo kunnen alle betrokken partners samen spreken over wat goede dorpse architectuurprojecten zijn.”

Edith: “Aan de hand van alle casussen die we begeleiden, bouwen we onze kennis verder uit. We gaan echt in de diepte met lokale stakeholders, ontwerpers en beleidsmakers. En ook met projectontwikkelaars, andere experten en ervaringsdeskundige bewoners.”

“Eerder hebben we bijvoorbeeld gewerkt rond herbestemming van kerken. Dat is echt een heel groot thema, want wat doen we met al dat patrimonium? Met elke case waarbij we het gesprek voeren, blijven we samen inzichten opbouwen, via workshops, in inspiratie, studiedagen, lezingen.  We willen ook steeds verder denken, onszelf uitdagen.” 


Resultaten tonen

Edith: “In 2023 zijn we vanuit AR-TUR gestart met de reeks Architectuur in de Kijker, waarbij we vier maal per jaar een bijzonder architectuurproject uit de Kempen bezoeken. We merken dat het nuttig blijft om af en toe kwaliteitsvolle architectuurprojecten te tonen. Zo’n inspirerend voorbeeld uit de Kempen voor cultuur- en vrijetijdssectoren is de herbestemming van een kerk tot een vrijetijdshuis in Vosselaar.

De Sint-Jozef Arbeiderkerk in Vosselaar is gerestaureerd en herbestemd tot vrijetijdshuis De Moer met bibliotheek. Binnen het vrijetijdshuis is er een bib met leeszaal, computerhoek, studeerplek, polyvalente ruimte voor lezingen, voorstellingen of workshops en ook de diensten jeugd, cultuur, sport, toerisme en erfgoed huizen in het vrijetijdshuis. Architectenbureau Studio Roma hield tijdens de herbestemming rekening met de verschillende vragen vanuit de gemeente rond de erfgoedwaarde van het monument en de architecturale kwaliteiten. De oproep werd inhoudelijk door de Vlaams Bouwmeester ondersteund als pilootproject.  Burgers en betrokkenen gaven mee vorm aan het verhaal.”

© AR-TUR


Cultuur in dialoog met architectuur

Edith: ”Binnen co-creatietrajecten rond ruimte kunnen kunstenaars ook taal en vorm geven. Zo trokken we in juli 2023 de stad in met reus KaMille in het kader van het Turnhoutse stadsfestival Stadstoeren. We bouwden samen met Dear Pigs een reuzeninstallatie, meteen een manier om verhalen en wensen te sprokkelen bij de inwoners van Turnhout. De theatermakers van Kaaiman gebruikten de verhalen voor een voorstelling op het plein voor het Speelkaartenmuseum. 

In het kader van een ander traject in 2023, het Dorpsmakersfestival deed AR-TUR een open call naar kunstenaars, architecten, auteurs, experten, theatermakers … om een voorstel in te dienen voor dorpsdramaturgie. Waarom dat accent op dorpsdramaturgie? Een dorpsdramaturg biedt vanuit hun artistieke projecten een persoonlijke lezing van een dorp en haar omgeving. De dialoog met het rurale biedt een verrijking van de kunsten waar dit perspectief vaak ontbreekt. Dat sluit nauw aan bij wat we zelf doen. Wij lezen ook het dorp en verkennen vooral de architecturale mogelijkheden.

We boden tijdens het Dorpsmakersfestival op 26 oktober 2023 in het cultureel centrum ’t Schaliken in Herentals een podium aan de dorpsmakers Breg Horemans en TAAT, Seasonal Neighbours, Maxime Vancoillie en Amber Vermaete. Om een concreet voorbeeld te geven: kunstencollectief TAAT ontwikkelt een groeiende kunstinstallatie in Vorselaar. TAAT is een kunstencollectief dat zich beweegt op het grensvlak van performance, onderzoek en installatiekunst. De installatie wil ontmoetingen tussen mensen, planten en dieren mogelijk maken. Elk op hun manier inspireren de jonge ontwerpers en kunstenaars de visie op dorpen in de Kempen.”


Tips van AR-TUR

Edith: “Een tip die ik kan meegeven voor de cultuursector: maak werk van een goede projectdefinitie bij de start van van een (ver)bouw- of inrichtingsproject. Voorzie voor deze fase genoeg tijd in planning, middelen en ondersteuning. Zeker voor cultuurruimtes is de visie van gebruikers essentieel om mee te nemen in de projectdefinitie. De projectdefinitie is cruciaal in je aanbestedingsdossier.

Want in de projectdefinitie moet het inhoudelijk kader en de randvoorwaarden helder beschreven worden. Het is bij uitstek ook iets dat cocreatief kan aangepakt worden. Zo is dat bijvoorbeeld ook gebeurd in Balen, met het vrijetijdscentrum De Kruierie. Ik was zelf betrokken bij de jury voor het ontwerpteam bij de Open Oproep van het team Vlaams Bouwmeester. Vanuit zo’n goede denkoefening kom je tot de juiste keuze van en samenwerking met een goed ontwerpteam. 

“Natuurlijk betekent dat niet altijd dat alle wensen worden ingewilligd in zo’n cocreatief traject. Dat hoeft ook niet. Maar je komt zo wel dichter bij elkaar en begrijpt ook wel waarom sommige dingen niet kunnen als bijvoorbeeld het budget beperkt is.”

Edith Wouters, AR-TUR

Onze expertise zit ook in het begeleiden van een goed en cocreatief voortraject, als externe procesbegeleider. Een mooi voorbeeld is bijvoorbeeld de samenwerking met het Regionaal landschap Kleine en Grote Nete en Bosgroep Kempen Noord rond de pastorie van Oosthoven. AR-TUR begeleidde organisaties bij het uitwerken van de  projectdefinitie en architectenselectie. In werksessies gingen we samen met alle betrokkenen op zoek naar hun ambities en noden om te komen tot een heldere projectdefinitie. Natuurlijk betekent dat niet altijd dat alle wensen worden ingewilligd in zo’n cocreatief traject. Dat hoeft ook niet. Maar je komt zo wel dichter bij elkaar en begrijpt ook wel waarom sommige dingen niet kunnen als bijvoorbeeld het budget beperkt is.”

Edith: “De samenwerking tussen cultuur en vrijetijdsdiensten enerzijds en de omgevingsambtenaar moet sterker. Je zou denken, dat is toch gewoon het bureau aan de overkant in een gemeente. Maar zo simpel is het niet. Ambtenaren worstelen soms met grote werklast, zeker in kleine gemeenten. Vaak is er maar één omgevingsambtenaar, die zich door de vergunningen en juridische rompslomp moet worstelen. Er moet dus wel wat ruimte zijn in zo’n takenpakket om het gesprek met andere diensten en burgers aan te gaan. Dat merken we wel met AR-TUR, dat mensen ineens weer energie krijgen bij bijeenkomsten die we organiseren of begeleiden, omdat daar op een vrije manier met elkaar kan worden gesproken, over de grenzen van sectoren heen.

Bouw, zowel in cultuur als bij omgeving, witruimte in tijd en middelen om expertise te betrekken. Om effectief ook je oogkleppen af te zetten waar dat nodig is. Daar zijn niet zoveel middelen voor nodig. Je moet ook niet altijd bouwen, als je ruimte nodig hebt. Je kan ook onderzoeken: hoe kunnen we ruimte kunnen delen? Waar is er zwerfruimte, overschot van ruimte? Hoe kunnen we ons gemiddeld patrimonium ongecompliceerd anders inzetten? Voorzie ook een klein potje om hier een voortraject rond op te zetten.

In de loop van de beleidsperiode komen er vaak vragen over ruimte: ineens is daar een vraag naar een herbestemming van een kerk, of een vraag in verband met ruimte voor een cultuurvereniging of een bibliotheek… En dan zijn daar vaak de middelen niet voor om dat gewoon eens te onderzoeken via bijvoorbeeld een beperkt haalbaarheidsonderzoek. Als je daar een budget voor voorziet, los van concrete plannen,  dan kan je projecten meteen een doorstart geven. Heel weinig gemeenten lijken dat te doen. In Nijlen bijvoorbeeld, begroot de omgevingsdienst wel jaarlijks een budget om die cultuurverandering ingang te doen vinden.”

© Kelly Donckers

3 tips voor de cultuursector

  • Werk aan een goede projectdefinitie van bij de start. Pak dit proces cocreatief aan en neem zeker de visie van de gebruikers hierin mee.
  • Werk aan de samenwerking tussen cultuur en omgeving. Er moet ruimte zijn in ieders takenpakket om het gesprek met andere dienst en burgers aan te gaan. Voorzie budget voor dit voortraject.
  • Voorzie ook een budget, los van concrete plannen. Zo kan je inspelen op onverwachte cases en vraagstukken.
“We bouwen op die manier aan communities van dorpsmakers door hen via het Kempenlab te verbinden en kennisuitwisseling te stimuleren.”
“De expo is opgevat als een nomadische leerruimte die een werk- en gespreksruimte vormt over dorpse architectuur.”
Voorzie altijd een klein potje om voortrajecten op te zetten.

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.