“In het circus kan niemand alles, maar iedereen iets”
Tekst / Veerle Weeck / juni 2024
Sinds begin 2000 ontwikkelt Ell Circo D’ell Fuego (circus van het vuur) zich in sneltempo tot een toonaangevende haven voor circusondernemers in Antwerpen. Met bijna 1.000 leerlingen in 50 reguliere lesreeksen laten ze kinderen, jongeren en volwassenen alle facetten van het circus ontdekken. Maar ECDF stimuleert ook persoonlijke ontwikkeling en ondersteunt jonge artiesten in de realisatie van hun dromen.
Arno Wauters leidt als artistiek coördinator de organisatie mee in goede banen, en legt zich vooral toe op de creatieve en acrobatische begeleiding van de jongerenwerking.
Wat wil ECDF binnen de circuswereld bereiken?
Arno Wauters: “Onze missie is om maximaal in te zetten op de ontdekking, ontwikkeling en het ondernemerschap, zodat iedereen zijn weg vindt binnen het circus. In onze circusschool zetten we ook trajecten uit, zodat iedereen zijn gading kan vinden. In het circus kan niemand alles, maar iedereen kan iets. Mits motivatie, engagement en doorzettingsvermogen kan je veel bereiken.”
“Met fysiek talent alleen kom je er niet. Wie circusartiest wil worden, heeft een hele rugzak aan kwaliteiten nodig. Je moet jezelf kennen, uitdagingen zien, een goede netwerker zijn, jezelf kunnen verkopen, mentaal sterk staan, kunnen samenwerken maar ook zelfstandig functioneren, enthousiast en geëngageerd zijn … Aan dat hele pakket trachten we bij ECDF te werken. Dat doen we niet alleen door lessen te organiseren, maar ook via evenementen zoals ons MAD-festival. Daarop komen experten uit heel Europa onder meer workshops geven, we tonen voorstellingen …”
“Het is echt een community-project, waarbij we jong en oud, amateurs en (semi)professionals samenbrengen. Maar nog veel meer dan circus kijken of circus doen, gaat het hierbij om samen circus beleven, en om verbinding tussen mensen genereren.”
Contact
arno@ecdf.be
Weten hoe je met circus
voor impact kan
zorgen op welzijn?
Schrijf je nu in voor OPHEF,
op 10 oktober 2024.
Schrijf je nu in
Zetten jullie sterk in op verbinding in het algemeen?
Arno: “Absoluut. Met ons START-UP LABO, dat we in samenwerking met de Nationale Loterij organiseren, helpen we pas afgestudeerde circusprofessionals met hun sprong – of salto – richting een professionele carrière. Zo kunnen ze bij ons, gedurende twee maanden, een betaald stagetraject lopen dat inzet op de artistieke, fysieke en zakelijke begeleiding. Met als doel: het Belgische circuslandschap professionaliseren en verder positioneren, zowel nationaal als internationaal. Het labo is een broeinest, waarbij iedereen elkaar kan ontmoeten en van elkaar kan leren.”
“Ook binnen de circusschool werken we aan die verbinding. Want het gaat niet alleen om trainen, maar ook om samen plezier maken en elkaar helpen. Als we een evenement doen, vragen we bijvoorbeeld ook om te komen helpen met op- en afbouwen. Dat is part of the game. We willen dat iedereen zo breed mogelijk in het circusveld staat. Door iedereen bij alle facetten van het circus te betrekken, willen we een hechte community creëren van geëngageerde mensen die er ‘met goesting’ voor elkaar staan.”
Moedig je ook interne samenwerkingen aan?
Arno: “Zeker. Heeft iemand een idee, dan gaan we in gesprek. Tijdens die babbel komen vaak spontaan ideeën naar boven, van mensen die zouden kunnen helpen bij de uitwerking. Zo probeer ik leerlingen naar elkaar toe te bewegen. Zeker bij 16-plussers laat ik het initiatief graag bij hen. Door hen vertrouwen te geven en zelfstandigheid aan te moedigen, wordt dit ook echt ‘hun’ project. Dat is veel sterker dan wanneer iemand alles voor hen regelt. Zo leren ze er ook veel uit.”
Hoe ontstaan samenwerkingen bij ECDF eigenlijk?
Arno: “Dat wisselt. Waar organisaties ons nu ook vinden, vertrokken projecten vroeger dikwijls vanuit onze eigen mensen. Zo kwam één van onze werknemers die eerder bij een vertrouwenscentrum kindermishandeling werkte met het idee om een traject uit te werken voor kinderen en jongeren in kwetsbare gezinssituaties. Daaruit is TaRMaK ontstaan, een grensverleggende samenwerking met partners uit het circus zoals Circusplaneet, de hulpverlening met onder andere het Antwerpse Family Justice Center Veilig thuis, de Stad Antwerpen en de onderzoeksgroep SoMeTHin’K van de KU Leuven.”
“Tijdens een kamp of lessenreeks gaan een tiental kinderen in een niet-competitieve omgeving samen iets creëren. Om ervoor te zorgen dat de kinderen veilig landen en uitvliegen, werkte TaRMaK een methodiek uit die vertrekt van de sterktes van het circus en het hoop-concept. Zo leren de deelnemers via circustechnieken om hoopvol te zijn.”
“Tijdens een symposium deelden we onze ervaring met al wie actief is in de socio- culturele sector, de welzijnssector en het brede culturele veld. Documentairemaker Annabel Verbeke maakte bovendien een poëtische documentaire over de impact van de TaRMaK-methodologie, waarbij ze tegelijk ook aandacht vroeg voor de aangrijpende thematiek van intrafamiliaal geweld. Het is fijn als een project tot een mooi totaalpakket kan leiden, dat ook anderen kan inspireren.”
Wat is de succesformule om te komen tot een goede samenwerking?
Arno: “Het is belangrijk om bij de opstart van een project niet meteen vanuit een resultaat te gaan denken, van waar jij naartoe wil. Als je dat wel doet, start je een samenwerking te veel vanuit je eigen kader. Daardoor stap je met een eerder gesloten blik in een samenwerking en laat je misschien kansen liggen.”
“Als je samenwerkt moet je samen een ‘uniek’ pad maken. In een nieuwe samenwerking is er zo veel te ontdekken. Laat daar de ruimte voor. Praat dus niet te snel ‘gericht’ naar iets toe. Begin ook niet meteen met het benoemen van valkuilen of met je eigen waarden naar voor te schuiven als je iets hoort dat in eerste instantie tegen je borst stuit. Toegegeven, dat is enorm moeilijk. Maar als je in het begin een opening laat, kom je misschien tot inzichten die je anders nooit zou hebben. Als je samenwerkt, moet je vertrouwen hebben in elkaar.”
Waar liggen de valkuilen?
Arno: “Als je elkaar als partners goed kent, zou je kunnen denken dat een samenwerking per definitie vlot zal lopen. Maar bij The Sequel (een bovenlokaal, participatief traject waarbij Circus Zonder Handen, Circusplaneet en ECDF sinds 2021 jongeren uit drie grootstedelijke circusateliers met elkaar verbindt) stootten we in het begin bijvoorbeeld op enkele aannames.”
“Je gaat er van uit dat iemand zus of zo denkt of zal handelen, omdat je soortgelijke organisaties bent, maar als je elkaar beter leert kennen, ontdek je natuurlijk ook de verschillen. Wij zijn geen spiegelwerkingen van elkaar, maar hebben elkeen onze eigen kwaliteiten, persoonlijkheden en gevoeligheden. Bij The Sequel moesten we elkaar bovendien vinden op meerdere niveaus. De ondersteunende werkingen moesten op één lijn staan, de jongeren moesten elkaar vinden en dan moest alles ook nog een mooi geheel worden. Dat is zeker gelukt en leidde tot een ongelooflijk tof project, maar het was een grotere zoektocht dan we oorspronkelijk dachten.”
“Wat ik daarom adviseer? Spreek te allen tijde alles goed door met elkaar en ga niet
zomaar uit van dingen. ‘Denk’ niet dat je zomaar weet wat iemand denkt. Zorg dat je het écht weet. Vraag ernaar!”
Met welke sectoren zou je graag meer samenwerken?
Arno: Met elke andere kunstdiscipline eigenlijk. Laatst kregen we bijvoorbeeld een vraag van de opleiding kleinkunst van het conservatorium. Die wilden graag rond circus werken en stelden me enkele vragen via mail. Daarop stelde ik voor om even langs te komen met de studenten, om live te bespreken wat ze precies wilden. Door hen te ontvangen in onze circushal kregen zij een totaal ander beeld van wat circus was en veranderden ook hun vragen. Met als eindresultaat: een voorstelling waarbij ze klassieke circuspersonages zo’n diepgang gaven, waardoor ik helemaal ontroerd was. Ze toonden het circus op een manier die me verraste. We kunnen veel leren van andere kunstdisciplines. Net zoals zij dat ongetwijfeld ook van ons kunnen doen.”
Wat brengt de toekomst voor ECDF?
Arno: “Onder meer een nieuw beleidsplan waarin we ons gaan richten op allerlei trajecten en initiatieven rond inclusie. Tot wat dat zal leiden, weet ik momenteel nog niet. Dat pad gaan we de volgende vijf jaar samen uitvinden. Het wordt ongetwijfeld een boeiende reis, zoals ook bij ons huidige traject rond ‘veiligheid’ het geval was.”
“We willen ons daarnaast nog meer focussen op jongeren en op het professionele veld. En evolueren van circusatelier naar circushaven. Ik ben benieuwd waartoe al die wegen zullen leiden. Maar dat we veel zullen leren, staat vast. En dat maakt het ook zo fijn. EDCF is een ‘lerende werking’. Dat ‘niet alles weten’ houdt de spanning erin, wat voor een professioneel werkveld heel gezond is. Als je zegt ‘ik kan en weet alles’, waar haal je dan nog motivatie uit? Bij EDCF leren we met veel plezier elke dag bij.”