
CNEK maakt van cultuur een veilig nest voor iedereen
Hoe geef je vorm aan het lokale en bovenlokale culturele veld? Hoe stimuleer je tot het maken en beleven van cultuur? En wat voor rol speel je dan? De Vlaamse overheid geeft werkingssubsidies aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die een regierol opnemen in het bovenlokale culturele veld. Een aanvraag indienen kon eind 2019. Cultuurnetwerk Kempen (CNEK, ondertussen Stuifzand), het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Balen, Dessel, Geel, Laakdal, Meerhout, Mol en Geel, kreeg een subsidie voor de komende 6 jaar.
Tekst / Nimfa Tegenbos
Investeer in het wij-verhaal
In 2020 staat er een vacature open bij CNEK (ondertussen Stuifzand). Het nieuwe samenwerkingsverband zoekt een regiocoördinator bovenlokaal cultuurbeleid. “Dat is best iemand die heel veel op het terrein aanwezig is, die mensen leert kennen, de culturele en andere spelers, én de Kempenaren. Iemand die op bezoek gaat, babbelt, die interesse toont. Voor verschillende types van activiteiten.”
Janna Lefevere steekt van wal. Ze heeft een uur om het verhaal van CNEK (Stuifzand) uit de doeken te doen. Deze taalkundige en antropologe werkt sinds 2011 voor de Kempense Erfgoeddienst k.ERF, een onderdeel van CNEK (Stuifzand). Zelf groeide ze op in de Kempen en dat voel je. Ze kent de regio door en door.
We ontmoeten Janna in Brussel, waar ze later op de dag lokale cultuurmakers zal inspireren tijdens het traject Cultuur en Nabijheid van Demos. We nemen plaats op de 6e verdieping van het Kaaitheater. Janna legt meteen de nadruk op het belang van een netwerk, op het wij-gevoel. “k.ERF dat zijn wij allemaal, en daarmee bedoel ik dat elke heemkring in onze regio ook deel is van k.ERF. Iedereen heeft een belangrijke rol, iedereen draagt bij aan het functioneren en het bestaan van dat netwerk.”
“Je moet bij de start serieus investeren in het veld. Geleidelijk aan begin je dan de knopen te verbinden, te weven. Zo ontstaat je netwerk. Nadien levert dat een vertekend beeld op. Het lijkt of er niets is gebeurd. Maar er gebeurt net heel veel. Je ziet het alleen niet die eerste jaren. Dat is de basis, nadien pluk je de vruchten. Dat zal bij cultuur niet anders zijn.”
Wat is een intergemeentelijk samenwerkingsverband?
Je moet bij de start serieus investeren in het veld. Geleidelijk aan begin je dan de knopen te verbinden, te weven. Zo ontstaat je netwerk.
“We voelden dat er behoefte was aan een regisseur, aan iemand die weet waar iedereen mee bezig is. Daarom hebben we een cultuurnota opgemaakt.”
© Han Geboers.
Foto: Jongerenwerking M.art nam voor het project ‘M.art interpreteert Smits’ een zomer lang het Jakob Smitsmuseum over.
Het verhaal van CNEK
Het verhaal van CNEK begint in 2008. 7 lokale besturen, de gemeenten Mol, Balen, Dessel, Retie, Laakdal, Meerhout en Geel beslissen om samen te werken. In 2010 sluiten ze met de Vlaamse overheid een cultureel erfgoedconvenant af en in 2011 bouwen ze Erfgoeddienst k.ERF verder uit. Vanaf 2014 komt het beleid van de provincies in handen van Vlaanderen. Andere culturele spelers, de bibliotheken, de cultuurcentra en de cultuurbeleidscoördinatoren, hebben meer en meer de behoefte om samen te werken, om ideeën af te toetsen, om ervaringen uit te wisselen. Het beleid stuurt hier ook op aan.
“Als je projectmiddelen wil krijgen, ben je bijna verplicht om regionaal, bovenlokaal, intergemeentelijk – what’s in a name – samen te werken.” Vanaf 2014-2015 komen de bibliotheken en de cultuurcel ook bij k.ERF. En zo ontstaat CNEK, Cultuurnetwerk Kempen. Wanneer in 2019 het decreet Bovenlokale Cultuurwerking er is, steken de partners binnen het netwerk de koppen terug bij elkaar. Ze vragen zich af of ze enkel projectmatig zullen werken, of toch een meer structurele cultuurwerking kunnen uitbouwen. “We voelden dat er behoefte was aan een regisseur, aan iemand die weet waar iedereen mee bezig is. Daarom hebben we een cultuurnota opgemaakt.”
CNEK krijgt als één van de 19 erkende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden een subsidie voor 6 jaar, vanaf 2020. En dat voor een regierol in het bovenlokale culturele veld. Maar hoe vul je die regierol concreet in?
De rol van de regisseur? Mensen samenbrengen.
Beeld: kasteel Meerlaer uit de collectie Karel Cruysberghs
Achter de schermen
“Wij werken achter de schermen. Ook in de communicatie. Het zijn de vrijwilligers, de mensen, de gemeenschap die moet schitteren. Zo zit je meteen in het hart van de mensen. Dat spreekt aan, én ze verdienen het ook. Ook op studiedagen vragen we er graag een vrijwilliger bij, in plaats van alles zelf te vertellen.”
De rol van de regisseur? “Mensen samenbrengen.” Janna vertelt hoe zij dat doet voor de erfgoedwerking. “In Geel heb je Yellow Art, een kunsthuis verbonden aan een psychiatrisch zorgcentrum. Ze ondersteunen kunstenaars met een psychische kwetsbaarheid. Hun droom was om een overzichtstentoonstelling te organiseren rond het werk van Paul Blockx, een belangrijke overleden Kempense kunstenaar. Het Jakob Smitsmuseum wilde ook helpen. Yellow Art kwam met die droom naar ons.”
k.ERF trok vervolgens ook andere partners aan, samen met Yellow Art. k.ERF zorgde dat de vergaderingen goed verliepen. “Ik zorgde ervoor dat op het einde van de vergadering de rollen en opdrachten helder waren voor elke partner. Dat is die regierol.”
De invulling van die regierol is tegelijkertijd ook een zoektocht. Je leert uit je fouten en stuurt bij. “Met de erfgoedwerking gingen we in het begin mee aan tafel zitten, en namen alles over. Ik deed veel te veel zelf. Heel leuk, maar niet haalbaar en ook niet de bedoeling. We hebben dat bijgestuurd. Nu werken we met ‘samenwerkingsprojecten’. Voordien konden organisaties een subsidie-aanvraag indienen. Zo werken we niet meer. We hebben nu een projectfiche. We vullen aan wie de partners zijn, wat hun taak is, en wat het doel van de samenwerking is. Dat vervangt het aanvraagdossier. Een super handig instrument. Ook dat is regisseren: de samenwerkingen vergemakkelijken en stroomlijnen.”
Genereuze samenwerkingen
Ook financieel moeten de rollen verdeeld worden. Iedereen heeft te weinig middelen. “We laten het financiële niet doorwegen. Een kleine gemeente of organisatie kan op een andere manier een grote bijdrage leveren. We wegen niet af hoeveel tijd en middelen we per gemeente investeren, of hoeveel tijd een cultuurbeleidscoördinator in een project steekt.”
“Je moet als regio een groep vormen. Gemeenten moeten elkaar vinden. Anders maak je die onderlinge generositeit niet waar. Idealiter is er een basis in eerdere samenwerkingen. Een opdracht of een verplichting vanuit de overheid is niet voldoende. En, je hebt een goed verhaal nodig.”
De Kempen, een warmhartige regio
CNEK expliciteert in zijn cultuurnota de kernwaarden van het samenwerkingsverband. De CNEK-cultuurregio is op de eerste plaats een warmhartige regio. “We zorgen voor elkaar en we waken erover dat iedereen kan, wil en mag meespelen.”
“Onze cultuurregio is historisch gezien een zorgregio. De traditie van de Geelse gezinsverpleging is bekend over de landsgrenzen. Die traditie, dat verhaal is een troef. Dat is onze sterkte. Als je een verhaal hebt, dat je makkelijk kan vertellen, dat inspireert. En, dat echt is – niet gelogen – gebruik het. Het werkt! Het verbindt mensen.”
“Zorgen voor kwetsbare mensen, voor elkaar, is niet zomaar een tendens, of een beleidsdoelstelling,” benadrukt Janna. “Voor de Kempenaren is dat traditie, het zit in onze genen. Inclusief denken zit ingebakken in de Kempense samenleving. Het heeft dus sterke wortels en veel potentieel om te groeien.”
Neem mensen mee in je verhaal
CNEK is ontstaan vanuit een erfgoedwerking. In functie van de cultuurnota had CNEK ook gesprekken met de bredere cultuursector. En, ze zijn ook met de zorgsector gaan praten. Of bijvoorbeeld met het Agentschap Integratie en Inburgering. Op zoek naar dat kwetsbare. Want dat zit ook bij mensen die niet zo goed Nederlands spreken.
“Die gesprekken waren inspirerend voor onze erfgoedwerking. We willen de volgende jaren sterk inzetten op het erfgoed in onze dorpen. Dan denk je meteen aan ‘heemkunde’. Voor ons is ‘heem’ of dorp niet louter de plek waar je geboren bent of opgroeit. Wij willen daarvan maken: de plaats die je deelt met andere mensen. Met wie hier vandaag woont, ook al is die persoon hier niet geboren.”
CNEK brengt mensen samen. Hoe CNEK de Kempenaren meeneemt in dit verhaal? “Heel concreet. Door actie. Door dingen te doen, projecten op te zetten.”
Ook dat is regisseren: de samenwerkingen vergemakkelijken en stroomlijnen.
Regisseren is infiltreren
CNEK betrekt ook meteen andere beleidsdomeinen. “Tijdens een denkdag luisterden we naar de medewerkers van OPZ (Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum), Yellow art, Basiseducatie, Welzijnzorg Kempen en we hadden ook gesprekken met enkele organisaties waar mensen in armoede het woord nemen. Het loont ook om deel te nemen aan de studiedagen binnen die andere sectoren, om aanwezig te zijn binnen die andere netwerken. Neem daar je verhaal mee, weet wat je doelstellingen zijn.”
Hoe weten wat er leeft in je regio? “Volg de sociale media. Volg de dorps- en gemeenschapspagina’s. Zo weet je wat de behoeftes en interesses zijn. Vergeet ook de jeugdhuizen niet. Die hebben de meer informele cultuur in het vizier, en experimenteren volop. Zo ontmoet je het onverwachte.”
“Je focust eerst op de instellingen, op de musea, de archieven … Daarna kijk je ook naar gemeenschappen, zoals de lichtstoeten of carnaval, de kermis. Zo ontmoet je een ander publiek dan het publiek van de cultuurcentra. Deze mensen komen niet in de klassieke cultuurstatistieken terecht. En toch. Dat is immaterieel cultureel erfgoed. Ook die mensen, die gemeenschappen moet je leren kennen. En dat doe je door interesse te tonen, door veel vragen te stellen, door op café te vergaderen, en niet in het gemeentehuis of het cultuurcentrum. En, door aanwezig te zijn bij die lichtstoeten en kermissen.”
“Verlaat dus af en toe je regio, en je eigen bubbel. Er is niks zo democratisch als cultuur. Het zit overal.”
Het idee van de derde plek
Voor Janna is het tuinpaviljoen van Huis Perrekes in Geel een ‘derde plek’. Het is een plek voor cultuur. Het woonzorgcentrum organiseert er concerten, niet alleen voor de bewoners met dementie, maar voor iedereen met interesse.
Een ‘derde plek’ is een sociologisch begrip. Je hebt je woonplek, je werkplek en derde plekken. Het is een plaats waar je cultuur kan proeven, beleven en maken. En waar je je veilig en thuis voelt. Dit concept inspireert CNEK om na te denken over culturele plekken, als krachtplaatsen die culturele energie opwekken, waar mensen zich komen opladen.
Zo leerde Janna dat jongeren op zoek zijn naar atypische culturele plekken, naar plaatsen met een verhaal. Vervallen, leegstaande gebouwen met een bepaalde sfeer. “Zij leren ons dat je die plekken nieuw leven kan inblazen en relevant maken. Ook dat is deel van de regierol, die initiatieven zien én ondersteunen.”
Die plekken, die gebouwen maken cultuur en ontmoeting ook zichtbaar. “Je mag die bakstenen niet loslaten. Het zijn tastbare plekken. Je hebt zulke plekken nodig. Ze maken je zichtbaar. Naast de klassieke podiumplekken zijn ook parochiezalen belangrijke plaatsen voor het verenigingsleven in de dorpen. En, ze staan voor een uitdaging. Welke nieuwe betekenis kan je die geven?”
Het loont om deel te nemen aan studiedagen binnen andere sectoren, om aanwezig te zijn binnen andere netwerken. Neem daar je verhaal mee, weet wat je doelstellingen zijn.
© CNEK
Regisseren is vertalen
Janna heeft het vaak over de betekenis van woorden, over taal en de rol die taal speelt. Op vraag van Z33 werkte k.ERF mee aan een project met de nucleaire sector. Ze brachten kunstenaars en wetenschappers samen. Een moeilijke combinatie. Ze spreken immers een andere taal. En dan heb je een bemiddelaar nodig, een vertaler.
“Regisseren is ook vertalen. Je zoekt naar een gemeenschappelijke taal tussen twee of meerdere andere sectoren.” Janna gelooft dat ook binnen de cultuursector soms een vertaalslag nodig is. “Een socio-culturele vereniging in een dorp is niet hetzelfde als een professioneel theatergezelschap in een stad.”
Elke sector heeft zijn doelen en zijn methodieken. “Als je samenwerkt, zoek je naar een common ground. Een regisseur is dan een handige schakel. Die kan wat meer afstand nemen en analyseren. En die regisseur, die staat misschien wel op de aftiteling, maar speelt niet mee.”
Dit interview werd afgenomen in Brussel op 12 maart 2020.
Regisseren is ook vertalen.
Je zoekt naar een gemeenschappelijke taal tussen twee of meerdere andere sectoren.
GE/LEERD

Om uit onze bubbel te breken, werken we met labs. We brengen mensen samen, vanuit verschillende organisaties en sectoren.
De uitkomst van zo’n lab kan vanalles zijn: een actieplan, een visie, een concreet project, een studiedag. Die labs zijn een goede aanvulling op de vaste vergaderstructuren en netwerkmomenten.

GE/LUKT
De schatten van Meerlaer
In Laakdal ligt een kasteel waar in de jaren ‘60 een camping rond gebouwd werd. Dat zorgde voor inkomsten voor de eigenaar. Zo kon hij het kasteel restaureren. Die camping werd een verblijfscamping, de mensen wonen daar permanent.
- Het is een transversaal project: k.ERF, de wijkwerking van verblijfspark Meerlaer, de vzw Wakkerdal, die aan gemeenschapsvorming doet, Vormingplus Kempen en het Jeugdhuis VONK … dragen hun steen bij aan het project.
- Het is een participatief project: de kasteelheer, de bewoners, en jongeren uit de buurt deden mee.
- Het resultaat? Erfgoedcel k.ERF dook de archieven van de kasteelheer in en maakte een expo die door Laakdal en Geel reisde. De erfgoedsector maakte een tentoonstelling met de foto’s van de jongeren uit het jeugdhuis, Vormingplus Kempen maakte een magazine met de verhalen van de bewoners en vzw Wakkerdal organiseerde een feest, en we deden mee aan Open Monumentendag.
De schatten van Meerlaer was een project rond de verhalen en de geschiedenis van dat domein.
Cultuur volgens Janna
Iedereen die met cultuur bezig is, geeft op één of andere manier betekenis, maakt verhalen. Je geeft betekenis aan de plek waar je woont, de plek die we delen. Cultuur is heel belangrijk voor gemeenschapsvorming.
Tegelijk is er heel veel diversiteit in de manier waarop we verhalen maken. Niet alleen het populaire, ook de meer complexe, minder toegankelijke of meer hermetische cultuur moet een plaats krijgen. En omgekeerd: naast cultuur met een grote c, moet ook cultuur met een kleine c een plaats krijgen. En cultuur met de grote c moet ook zien dat carnaval cultuur is, omdat het mensen samenbrengt.
CNEK bestaat uit:
- Erfgoeddienst k.ERF, met een cultureelerfgoedwerking en een onroerenderfgoedwerking
- en een cultuurdienst.
CNEK is het intergemeentelijk samenwerkingsverband rond cultuur tussen de gemeenten:
- Balen
- Dessel
- Retie
- Laakdal
- Meerhout
- Mol
- Geel
Janna Lefevere
Janna studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde en Antropologie aan de Universiteit van Leuven. Na haar studies werkte ze drie jaar voor Chirojeugd Vlaanderen vzw waar het erfgoededucatief project ‘Chiro Retro’ coördineerde. Ze werkte er ook mee aan verschillende jongerenpublicaties.
Binnen k.ERF houdt ze zich vooral bezig met beleid, immaterieel erfgoed en bovenlokale erfgoedprojecten.

“Iedereen die met cultuur bezig is, geeft op één of andere manier betekenis, maakt verhalen”
